Hoeveel kost studeren in het hoger onderwijs?

Het inschrijvingsgeld bedraagt ongeveer:

•Beursstudent ± € 128 (beurstarief)

•Bijna-beursstudent ± € 570 (tussentarief)

•Niet-beursstudent ± € 1090

Om meer vermindering van het inschrijvingsgeld te krijgen, baseert de school zich op de berekening van de toelage door het Ministerie.

Het inschrijvingsgeld bij hogescholen en universiteiten bestaat uit 2 delen:
- een vaste kost
- een variabel gedeelte, dat is afhankelijk van het aantal studiepunten waarvoor je inschrijft. Een standaardtraject is 60 studiepunten per academiejaar.

Voor niet-beursstudenten is het inschrijvingsgeld voor het academiejaar 2023-2024 (graduaatsopleidingen, professionele bachelors, academische bachelors en masters):

- Vast gedeelte: € 282,10

- Variabel gedeelte: € 13,50 per studiepunt

Voorbeeld 1: Ik start een standaardtraject aan de hogeschool/universiteit. Ik betaal een vaste kost + een variabele kost voor 60 studiepunten. Dus: € 282,10 + € 810  (= 60 x € 13,50). Het inschrijvingsgeld is € 1092,10.

Voorbeeld 2: Ik wil minder vakken volgen. Ik schrijf me in voor 40 studiepunten. Dus: € 282,10 + € 540 (= 40 x € 13,50). Het inschrijvingsgeld is € 822,10.

Let op: Soms moet je ook bijkomend cursusgeld betalen. Dat is voor kopieën, cursussen of boeken.

Lees meer info onder de vraag ‘Wat zijn studietoelagen?’.

Nog vragen? Kijk dan zeker ook eens op de website centen voor studenten of neem contact op met de dienst studiefinanciering van de hogeschool of universiteit waar je gaat studeren.

Opleidingstype