Hoeveel kost studeren in het secundair onderwijs?

Een inschrijving aan een secundaire school is gratis. Secundaire scholen mogen geen inschrijvingsgeld vragen. Wel mogen ze bijdragen vragen voor didactisch materiaal (boeken of kopieën die nodig zijn voor de lessen...), activiteiten (theaterbezoek, meerdaagse uitstappen...) en diensten en producten (maaltijden, middagtoezicht, opvang, schoolbus...).

Betaalmoeilijkheden

Heb je moeilijkheden om de schoolfactuur te betalen, vraag dan op school of de kosten gespreid kunnen worden en vraag of er andere betaalmogelijkheden zijn.

Sommige scholen hebben een solidariteitsfonds dat kan helpen. Om ouders financieel te helpen, zijn er ook schooltoelagen. Ga zeker na of je hiervoor in aanmerking komt.

Klachten

Wanneer je de aangerekende schoolkosten te hoog of onterecht vindt, kun je hierover een vraag stellen of een klacht neerleggen bij de Commissie voor Zorgvuldig Bestuur

Hoe kunnen anderstalige nieuwkomers in het secundair onderwijs starten?

Jonge anderstalige nieuwkomers kunnen terecht in OKAN, onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers. 

Onthaalonderwijs is er voor jongeren van niet-Belgische of niet-Nederlandse nationaliteit die nieuw zijn in België en nog niet genoeg Nederlands kennen. Via het onthaalonderwijs kunnen deze leerlingen zo snel mogelijk Nederlands leren. 

In het onthaalonderwijs in het secundair onderwijs krijgen anderstalige leerlingen één jaar Nederlandse taallessen. Daarna krijgen ze begeleiding in het vervolgonderwijs. In het secundair onderwijs bestaat er een lijst met scholen die onthaalonderwijs aanbieden. Het onthaalonderwijs is mogelijk in het voltijds secundair onderwijs en het deeltijds beroepssecundair onderwijs.

Om in het onthaalonderwijs te kunnen starten moet de leerling:

1) een nieuwkomer zijn (= maximaal 1 jaar ononderbroken in België verblijven)

2) op 31 december van het schooljaar minstens 12 jaar zijn en nog geen 18 jaar zijn

3) het Nederlands niet als thuistaal of moedertaal hebben

4) onvoldoende Nederlands spreken of begrijpen om de lessen goed te kunnen volgen

5) maximaal 9 maanden ingeschreven zijn in een onderwijsinstelling met het Nederlands als onderwijstaal

De school kan voor individuele leerlingen in uitzonderlijke omstandigheden van de 1ste, de 2de en de 5de toelatingsvoorwaarde afwijken. Voor meer informatie neem je best contact op met de school van je keuze.

Wat is leerplicht?

In België geldt voor alle kinderen van 5 tot 18 jaar de leerplicht: ouders moeten hun kinderen laten leren. De voltijdse leerplicht eindigt al op de leeftijd van 15 jaar. Tussen hun 15de en 18de kunnen jongeren deeltijds onderwijs volgen. De overheid wil er zo voor zorgen dat iedereen onderwijs krijgt. De federale overheid bepaalt de duur van de leerplicht voor heel België.

Meer informatie kan je vinden op de website van Onderwijs Vlaanderen.

 

Wat is het verschil tussen les volgen in een secundaire school en in een CVO?

Zowel in een CVO als in een secundaire school kan je een diploma secundair onderwijs behalen. 

In een secundaire school moet je slagen voor een leerjaar, dan kan je naar het volgende leerjaar overgaan.

Een centrum voor volwassenenonderwijs, kortweg CVO, is een school voor volwassenen waar je les kan volgen vanaf 18 jaar (of 16 voor de taalopleidingen). Een CVO werkt met modules. Dat is een soepel systeem: je kan modules apart volgen en hiervoor deelattesten behalen. Als je alle modules succesvol hebt afgelegd, krijg je je certificaat of diploma. Er zijn in het volwassenenonderwijs geen traditionele examens zoals in het secundair onderwijs, maar wel permanente evaluaties en toetsen. Ook de organisatie van het CVO is iets soepeler: lessen kunnen overdag, 's avonds of in het weekend georganiseerd worden. De opleiding kan starten in september en in januari.

In Brussel zijn er drie CVO’s: CVO Semper, CVO Lethas en CVO Brussel

Waar vind ik het volledige Nederlandstalige onderwijsaanbod?

Het volledige Nederlandstalige aanbod in Brussel én Vlaanderen vind je op www.onderwijskiezer.be, een website gemaakt door het CLB (Centrum voor Leerlingenbegeleiding).

Wat is duaal leren?

Duaal leren is een combinatie van leren en werken.

Dat kan voor jongeren tussen 15 en 25 jaar. Je krijgt algemene vakken en beroepsgerichte vorming op school. Daarnaast leer je een gekozen beroep terwijl je werkt bij een werkgever.

Hoeveel dagen je naar school gaat en gaat werken is in elk systeem anders:

  • Deeltijds Beroepsonderwijs: twee dagen per week leer je het beroep in een Centrum voor Deeltijds Onderwijs. De andere drie dagen leer je het beroep op de werkvloer. Je werkt met een contract. Je krijgt dus een vergoeding of een loon.
  • Leertijd: je leert één dag per week het beroep op een Syntra-lesplaats. De overige vier dagen leer je het beroep op de werkvloer. Je werkt met een contract en krijgt dus ook een vergoeding of een loon!
  • Duaal: je leert op het werk en in een school, een Centrum voor Deeltijds Onderwijs of een Syntra-lesplaats. Je leert minsten 60% van de tijd op de werkvloer, de andere dagen volg je les. Ook bij dit systeem werk je met een contract en krijg je een vergoeding of loon.

Via deze systemen van leren en werken kan je je diploma secundair onderwijs behalen. Het is wel belangrijk dat je genoeg jaren les hebt gevolgd. Anders krijg je alleen een getuigschrift of certificaat, geen diploma.

Heb je vragen over leren en werken? Neem contact op met duaal@tracebrussel.be, surf naar https://duaalleren.brussels/ of bel naar het gsm-nummer 0484 97 70 86.

Bekijk ook zeker dit filmpje voor meer informatie.

Hoe behaal ik een diploma secundair onderwijs?

https://www.youtube.com/watch?v=CmSvfCyGtmQ&t

Je kan op verschillende manieren een diploma secundair onderwijs behalen.

Via het voltijds onderwijs

Je kan tot je 25ste naar een secundaire school gaan om je diploma te behalen. Daar heb je drie finaliteiten:

  • Arbeidsmarktfinaliteit (de vroegere BSO)
  • Dubbele finaliteit (de vroegere KSO of TSO)
  • Doorstroomfinaliteit (de vroegere ASO of bepaalde richtingen binnen KSO of TSO)

Na de dubbele en doorstroomfinaliteit behaal je na het 6e jaar een diploma secundair onderwijs onderwijskwalificatie 4

Na de arbeidsmarktfinaliteit behaal je na het 6e jaar een diploma secundair onderwijs onderwijskwalificatie 3. Als je daarna nog een 7e jaar gericht op het hoger onderwijs volgt, behaal je een diploma secundair onderwijs onderwijskwalificatie 4

Via een combinatie van leren en werken

Je kan leren combineren met ervaring opdoen op de werkvloer. Dat kan door te kiezen voor Duaal leren.

Je leert minimaal drie dagen per week voor een beroep op de werkvloer. De aantal lesdagen verschillen per studierichting. Dit kan in verschillende scholen.

Meer informatie vind je onder de vraag ‘Wat is duaal leren?’.

Via het secundair volwassenenonderwijs

Je volgt les in een CVO (Centrum voor Volwassenenonderwijs). Je kan twee certificaten behalen: een beroepscertificaat en een certificaat Aanvullende Algemene Vorming. De combinatie van twee certificaten levert je een diploma secundair onderwijs op. Meestal volg je voltijds les maar je kan ook via gecombineerd onderwijs studeren. Dan leer je vooral thuis via computer. Soms ga je op zaterdag naar school voor de les.

Via zelfstudie

Bij de Examencommissie leer je via zelfstudie. Je maakt dus zelf je planning, zoekt zelf je materiaal bij elkaar en studeert zelfstandig de leerstof in. Voor je kan starten volg je een verplichte infosessie. Daarna schrijf je je in. Je kan dan examendata kiezen die in jouw planning passen. Meer info vind je op de website https://www.vlaanderen.be/examencommissiesecundaironderwijs

Via VDAB

Je kan via VDAB een diploma behalen als je werkzoekende bent. Er zijn wel nog een aantal andere voorwaarden. De opleiding moet in jouw traject naar werk passen. Meer informatie vind je op de website van de VDAB: https://www.vdab.be/diplomaviavdab

Kunstsecundair onderwijs (KSO)

Ben je geïnteresseerd in kunst en wil je hier later je beroep van maken? Dan is het kunstsecundair onderwijs (KSO) iets voor jou. In deze richtingen krijg je naast algemene vakken ook artistieke vakken en praktijk. De studierichtingen met veel praktijk bereiden je eerder voor om te gaan werken. Als je een richting met minder praktijk en meer algemene en artistieke vakken volgt, dan behaal je een basis om verder te studeren in artistieke richting in het hoger onderwijs.